Kring van Dorth
603 inwoners in 2024 (van wie 295 verspreid in de omgeving).
Even voorbij het karakteristieke Noorse huis ‘De Kleine Haar’ aan de Dortherweg leidt een modderige, onverharde weg naar de Hietkampsbrug over de Dortherbeek. Op 24 juni 1818 begeeft landmeter-delimitateur der eerste klasse C. de Haan zich naar dit punt. Hij wordt vergezeld door lokale hoogwaardigheidsbekleders en vertegenwoordigers van aanpalende gebieden. Samen zullen ze het precieze grensverloop van de gemeente (schoutambt) Kring van Dorth in kaart brengen. De Haan loopt eerst in oostelijke richting en legt in verschillende etappes uiteindelijk 29.116 meter af, Schoolt inbegrepen.
Haans kadastrale opmeting is een erfenis van de Franse tijd. Ze markeert de overgang van het eeuwenoude markenbestuur naar de moderne tijd, waarin gemeentes ook op het platteland de bestuurlijke regie in handen nemen en de adel een stapje terug moet doen. Als zelfstandige gemeente heeft Kring van Dorth niet lang bestaan: van 1818 tot 1832. Ze blijkt toch te klein om op eigen houtje door te gaan.
Eigenlijk is dat nog steeds zo. Nergens op de officiële bewegwijzering in de omgeving wordt verwezen naar Kring van Dorth. Ook blauwe naamborden om een bebouwde aan te duiden ontbreken. Als je vanuit Bathmen komt, staat er alleen aan de rechterkant van de weg een groen, vierkant bordje met Kring van Dorth erop in witte letters. Dat is er geplaats door Plaatselijk Belang ‘Harfsen – Kring van Dorth’ – wat duidt op sterke verenigingsbanden tussen die twee. Harfsen is een kwartiertje fietsen. Inwoners van Kring van Dorth moeten ook naar dat dorp om te stemmen.
Het ziet er niet naar uit dat het groene bord snel vervangen moet worden. ‘We voorzien voor de kern Kring van Dorth niet in nieuwe woningbouw’, schrijft de gemeente Lochem in haar recente kernvisie Harfsen – Kring van Dorth. Toch is het bescheiden Kring van Dorth veel meer dan een mooi gelegen, maar anonieme buurtschap. Al in 1680 is er een herberg te vinden, de Roskam, waar reizigers van Bathmen naar Zutphen kunnen verpozen. Daarna was er op die plek eeuwenlang een smederij.
Maar zijn bijzondere status dankt Kring van Dorth toch vooral aan zijn verleden als Hoge Heerlijkheid, strategisch gepositioneerd op de grens tussen het Graafschap Gelre en het Oversticht. De ridders en hoge heren van Dorth maken er zeker al vanaf de 14de eeuw de dienst uit. De eerste sporen liggen in de Dortherhoek, net over de grens met Overijssel. Daar herinnert de naam van pluimveebedrijf Hof te Dorth (‘Eier van de Meyer’) aan een vroeger versterkt huis op die plek. Omstreeks 1339 bouwt Seyno van Dorth 800 meter zuidelijker een waterburcht op de plek waar nu het huidige landhuis staat.
De heren van Dorth zijn markerichters van de Marke en Zuidloo en die van Schoolt. Naar hen moeten de geërfden en zeker de horigen en de keuterboeren luisteren. Ze zijn rechters en bevoegd om lijfstraffen uit te vaardigen, de galg blijft aan de Overijsselse kant bij het oude Hof. Ze benoemen de voorgangers in de kerk van Bathmen, in samenspraak met de Abdis van het klooster Ter Hunnepe. Met haar steggelen ze soms ook over dijken langs de waterlopen en het manipuleren van waterstanden.
Maar de heren van Dorth bekommeren zich lang niet alleen om lokale perikelen. Ze hebben diplomatieke en militaire verplichtingen in de Ridderschappen van Overijssel en in Gelre. Ze raken betrokken bij de twisten tussen de Bronckhorsten en de Heeckerens en ze vechten in de Tachtigjarige oorlog. De Spaanse koning Philips II rekent Seyno (onder andere landdrost van Zutphen, Schout van Lochem en gouverneur van Groenlo) tot zijn vijanden omdat hij de Staatsen helpt Deventer in te nemen. De chroniqueur schrijft dat Seyno’s zoon Derk eveneens ‘wakker’ meestreed in ’t leger der Staten onder Prins Maurits. ‘Zoo ontrukte hij in 1616 Borculo aan de Munsterschen.’
Na het overlijden van Derk en komt het kasteel via dochter Isabella in handen van Adriaan Balthasar graaf Van Flodorf. Hij is (op papier) ook militair, maar staat in de buurt toch vooral bekend als de eigenaar van een zesspan dat nauwelijks kan keren op de lokale zandwegen. Hij en zijn vrouw Isabella bezitten een kapitaal winterhuis in Zutphen (Hof van Flodorf) en gelden als een van de rijkste en invloedrijkste inwoners de stad. Wel leven ze op een te grote voet: in 1654 wordt zoon Willem Adriaan Frederik beleend met Huis Dorth, hij moet een enorme schuld van 150.000 gulden overnemen van zijn ouders.
In latere jaren komt Dorth in handen van verschillende, minder adellijke eigenaren, die niet altijd goed zorgen voor hun bezit. In 1916 heeft de Nederlandse Heidemaatschappij met een vijftigtal arbeiders uit Rijssen en tien uit de omgeving een half jaar nodig om droogstaande sloten, grachten en vijvers weer van water te voorzien. Nu herhaalt de geschiedenis zich. De Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, sinds 1986 eigenaar van Dorth, werkt aan restauratie van het landgoed en het creëren van robuuste rustgebieden. Daardoor is de toekomst van Dorth verzekerd. Maar het is wel een delicate missie. Steeds meer bezoekers van buiten, bijvoorbeeld van de tot Landal-vakantiepark omgebouwde camping de Vlinderhoeve, voeren de toeristische druk op Kring van Dorth op.