Harfsen

1.800 inwoners in 2024 (van wie 1.055 in de buitengebieden).

Harfsen heeft in de voorbije eeuwen niet stil gezeten. Het oude Harfsen is een verzameling boerderijen met een kapel, omgeven door vruchtbare akkers (de Harfsense enken) met woeste, onontgonnen gronden er omheen. Even ten zuiden stroomt de Harfsense beek door natte broeklanden. De boeren laten hun vee grazen op de heide, de met mest vermengde plaggen worden vanuit de potstallen op de enk uitgestrooid. Hoe mooi is het daar niet, beschrijft geschiedschrijver meester Heuvel: ‘waar oude hofsteden in schaduw van hooge bomen aan de beek liggen.’

De kapel, de Sint Antoniuskapel, staat er al vanaf de 14de eeuw. En er zijn twee boerenherbergen, ’t Hoentje, de beroemdste, en ’t Haantje. Op oude kaarten is te achterhalen waarom deze pleisterplaatsen een prominente plek innemen. Harfsen ligt aan de Hessenweg van het Münsterland naar Deventer en verder richting Holland. Voermannen met hun wagens met handelswaar kunnen er de paarden uitspannen en overnachten.

De Marke Harfsen, de grootste oppervlakte van de Elf Marken, overleeft de Franse tijd niet. Ze brengt ondanks haar omvang te weinig gewicht in de schaal om zich te ontwikkelen tot zelfstandige gemeente. Tot in het midden van 19de eeuw preekt de dominee uit Almen een keer per jaar in de Harfsense kapel, op de laatste zondag van september als ook de Harfsense Kermis daar wordt gehouden. In 1860 wordt de kapel gesloopt, ze is dan al gedegradeerd tot boerenschuur.

Wie nu nog sporen wil vinden van het Oud Harfsen moet goed kijken. Het einde van de buurtschap in haar oude gedaante komt in april 1945, als er zwaar wordt gevochten tussen oprukkende Canadese troepen en terugtrekkende Duitsers. Talrijke rietgedekte boerderijen, de Harfsense molen en het huisje van de brandweer bij de Kapelleplaats gaan in vlammen op. Na de oorlog worden de boerderijen in de omgeving weer opgebouwd, ze zijn te herkennen aan hun rode dakpannen. In jaren zestig volgt ook de ruilverkaveling waarbij het landschap rond ‘die antieke buurt’ – in de woorden van meester Heuvel – grotendeels wordt onderworpen aan de strakke richtlijnen van de moderne landbouw.  In juli 1952 worden de naamborden ‘Harfsen’ verplaatst naar de kom van het huidige dorp, ruim vier kilometer noordelijker.

Op het kruispunt van de zandweg naar Den Bielder en de verharde Deventer-Groenlose kunstweg (nu Lochemseweg) wordt in 1883 de Harfser School gebouwd. Kinderen uit de Veldhoek en omgeving kunnen er lopend op hun klompen naar toe. Twee jaar later komt bij de school een halte voor de stoomtram van Deventer naar Borculo. Het kruispunt markeert nog steeds het centrum, een dorpsplein heeft Harfsen nooit gehad.

In 1920 telt Harfsen nog maar vier woningen naast de school, het verenigingsgebouw van de Christelijke Jongelingsvereniging en drie kruideniers/cafés. In 1923 komt daar de loods van de Coöperatieve Landbouw Vereniging Almen-Harfsen bij. De groeispurt van Harfsen komt pas in de wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog. Dennenbos en heide wijken voor nieuwbouw, er wordt een kerk gebouwd en in de jaren vijftig worden de zandwegen in het buitengebied verhard. In 1960 komt er een nieuwe lagere school, de Beatrixschool. In de jaren zestig en zeventig telt Harfsen nog een kleine dertigtal middenstanders/winkeliers. Net als in de meeste andere dorpen is het aanbod de afgelopen decennia sterk verschraald. Maar het verenigingsleven bloeit er nog welig. Muziekvereniging Soli Deo Gloria is de oudste, ze is in 1937 opgericht.

En nu staat Harfsen voor een nieuwe uitdaging. Café Nijenhuis, later Buitenlust, dat decennialang het beeld bepaalde op het kruispunt aan de Lochemse weg, is een rotte kies geworden. Het pand is in verval. Komen er woningen, net zoals de bedoeling is met eethuis De Wever, ooit de pleisterplaats Rad van Avontuur, aan de andere kant van de Reeverweg? Net als in andere dorpen willen veel jongeren in Harfsen blijven, mits er betaalbare starterswoningen komen.

O