Epse

2.080 inwoners (2024), van wie 465 in het buitengebied.

Begin jaren ’70  is het gedaan met Epse’s vergezichten. De omgeving van de Kletterstraat gaat op de schop voor de aanleg van de A1. Boerderijen verdwijnen. Aan het begin van deze eeuw slaat Deventer haar grote slag: ze snoept bijna 180 hectare grond af van in Epse-Noord ten behoeve van een groot bedrijventerrein op de Kloosterlanden. Epse krijgt er bijna 14 hectare voor terug in het noordwesten bij de IJssel. Het dorp kijkt nu uit op een panorama van distributiehallen, geluidsschermen, een Van der Valk en twee windmolens. De dorpsraad vreest voor de komst voor nog meer windturbines, ‘bijna zo hoog als de Eiffeltoren’.

De nabijheid van Deventer is altijd gevoeld. Als de kozakken in 1813 de stad omsingelen om de achtergebleven Fransen daar te verdrijven, eisen ze van onderburgemeester van Epse, Evert Beunk, proviand, inclusief dertig flessen jenever. In de ‘kozakkenwinter’ moet er alle dagen worden gehakt in de bossen om hout bijeen te sprokkelen voor de wachten, de legerbivakken en voor de officieren in Epse en Gorssel. ‘Ze vreten heel Gorssel leeg’, verzucht Beunk.

Ruim zeventig jaar later, in 1885 als de stoomtram naar Borculo gaat rijden, wordt de dorpse rust opnieuw verstoord. De Zutphense Courant schrijft met verbazing over de ‘toovermacht’ van de tram die men zondags in Epse kan aanschouwen. ‘Terwijl men tevoren weinig anders ontmoette dan een paar liefhebbers van verre, eenzame wandelingen, ziet men nu op den Zondagmiddag in den omtrek van ‘de Pessink’ drommen van pleziergangers uit het naburige Deventer, die zich voor een dubbeltje daarheen laten trammen’.

Epse’s oorsprong ligt rond de Enk. De tramverbinding naar Borculo en eerder de opening van de grintweg weg naar Groenlo (1850) geven richting aan de verdere ontwikkeling van het dorp. Langs de Deventerweg naar Zutphen en langs de Lochemseweg verdicht allengs de lintbebouwing van boerderijen en burgerhuizen. Na de Tweede Wereldoorlog komen steeds meer welvarende rustzoekers wonen in de bossen ten zuidoosten van het dorp. Eind jaren ’60 wordt de woonwijk Het Wansink gebouwd, vanaf 2015 verrijzen nieuwbouwijken in het noordoosten.

Net als bijvoorbeeld Almen past heel Epse in lang vervlogen tijden in het bezit van een hoge heer. Naar verluidt is Arnoldus van Epse van het landgoed Het Hassink rond 1200 naamgever van het dorp. 

In 1886 onthaalt de eigenaar, minister Du Tour van Bellinchave, ‘jong en oud’ op Het Hassink om er ‘op onbekrompen wijze’ zijn 25-jarige huwelijksfeest te vieren. ‘Het weder leende zich tot dit feest uitstekend, en velen, vooral uit Deventer, maakten van de gelegenheid gebruik om èn van de schoone wandelingen èn van de feestvreugde der landelijke bevolking mee te genieten’, staat in de krant.

In 1919 is het landgoed, ruim 350 hectare groot, niet meer te onderhouden en wordt het in 250 afzonderlijke percelen geveild – door de verkaveling kunnen er later villa’s in de bossen worden gebouwd. In de oorlog nemen de Duitsers bezit van het nog resterende landgoed, ze maken van het hermetisch afgesloten Hassinkbos een opslagplek voor munitie en brandstof voor V1-raketten.  Op 21 maart 1945, drie dagen na een geallieerd bombardement op Gorssel, is Het Hassink aan de beurt. Huis en bijgebouwen worden verwoest, ook de school van Epse en een woning worden getroffen. Op 24 maart is de Kraton-buurt doelwit. Bij de luchtaanvallen op Epse komen in totaal 15 mensen om.

Het Hassink is nu een landgoed van Natuurmonumenten. Een andere iconische plek, uitspanning en feestzaal de Pessink, ooit vergaderzaal van de marke Epse en Dommer, werd een Chinees restaurant. Het pand is nu in verval en bederft het uitzicht naar Deventer. De sporen van het rustieke Schipbeekbad, waar ook kinderen uit Epse leerden zwemmen, liggen nu tussen bedrijfsgebouwen op de Kloosterlanden. De enige supermarkt is gesloten. En gedwongen door afnemend kerkbezoek is eind 2024 afscheid genomen van de bescheiden Hervormde kerk uit 1930. De protestante gemeenten van Eefde, Epse en Gorssel zijn nu één.

Op een veld aan de Kruklandsweg, met uitzicht op het geluidsscherm langs de A1, staan nog de achtergebleven doelpalen van S.V. Epse. Ze hebben hun nut op die plek verloren. Maar ze symboliseren ook de veerkracht van Epse. Epse, opgericht in 1910, is de oudste voetbalclub van de Elf Marken. In 1975 verhuist ze naar een sportcomplex aan de Hassinklaan. ‘Meedoen is hier nog echt belangrijker dan winnen’, is ook anno 2025 haar devies. Bovenmeester Klumper zou goedkeurend hebben geknikt. Als in 1930 de kerk wordt gebouwd, zegt hij dat de architectuur in overeenstemming moet zijn ‘met de eenvoud en smaak der Epser bevolking’.